Matrassen
Er zijn veel verschillende matrassen op de markt, waarbij het heel persoonsgebonden kan zijn of deze als prettig worden ervaren.
Over het algemeen kan gezegd worden dat een wat harder matras het makkelijker maakt om je om te draaien en uit bed te komen, maar wellicht wat minder comfortabel ligt dan een matras die wat meer conformiteit biedt (conformiteit is een matraseigenschap die aangeeft hoe gelijkmatig het slaapsysteem (matras en bodem) zich aanpast aan de lichaamsvormen).
De keuze hangt dus af van de tijdsduur die men op bed doorbrengt en de zelfstandigheid in transfers.
Een speciaal type matras, is een anti-decubitusmatras, kortweg AD-matras. Een AD-matras moet voorkomen dat een cliënt decubitusplekken krijgt. Factoren die een rol spelen bij het inzetten van een antidecubitusmatras zijn onder andere de mate van het optreden van druk- en schuifkrachten, de vochtigheid van de huid en het gewicht van de cliënt. De categorie en locatie van decubitus bepalen ook de keuze voor een antidecubitusmatras.
Men moet altijd bedenken dat een antidecubitusmatras een cliënt immobieler kan maken. Het is moeilijker om zelf van positie te veranderen en daardoor blijft wisselhouding (van de rug op de zij verliggen) heel belangrijk.
De inzet van een AD-matras bij cliënten met Huntington doorloopt in principe dezelfde fase van afwegingen als bij cliënten zonder Huntington, maar er zijn wel een paar extra aandachtspunten:
1. Het gebruik van een AD-matras met een luchtpomp, kan extra prikkels geven waardoor ook de beweeglijkheid van de cliënt toeneemt. Let bij een luchtwisselmatras op de stand:
- ‘static’ tijdens de verzorging. Dan is de matras gelijkmatig opgepompt en ‘hard’, net zoals een gewone matras;
- ‘alternating’ na de verzorging. Door de steeds wisselende druk wordt het decubitusrisico verkleind!
2. De AD-matrassen hebben vaak een vaste maatvoering, waardoor deze soms kleiner zijn dan het bed zelf. Hierdoor ontstaan er ruimtes tussen matras en bed, wat risico oplevert om met handen en benden tussen te komen.